Auteur afbeelding: Foto met zicht op de Dommel

Inclusieve duurzaamheid

De uitgangspunten voor de omgevingsvisie 2040 zijn:

    • Water en bodem zijn sturend voor het gebruik van gronden en voor nieuwe ontwikkelingen. De beken krijgen de ruimte, en de kwaliteit van het water verbetert. De beekdalen en de meest natte gebieden komen niet in aanmerking voor ontwikkeling, zoals woningbouw. De meest vruchtbare gronden blijven zoveel mogelijk beschikbaar voor duurzame landbouw zoals kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw. Verstoring van de bodem wordt zoveel mogelijk voorkomen

    • Klimaatadaptieve maatregelen, zoals het beter vasthouden van water en vergroening, zijn randvoorwaarden voor ontwikkeling in de kernen en het landelijk gebied. Deze gaan gepaard met maatregelen om de biodiversiteit te verbeteren. Er wordt ingezet op de sponswerking van het landelijk gebied, om water te kunnen vasthouden in tijden van droogte. Binnen de kernen worden maatregelen genomen om water beter vast te houden en te bergen. Bijvoorbeeld door hemelwater niet in het riool te laten gaan, maar in de bodem te infiltreren en door groene daken.

    • Voor de energietransitie wordt ingezet op meervoudig ruimtegebruik, in verband met de schaarse beschikbare ruimte. De opgave om energieneutraal te worden krijgt vooral vorm door zon op daken, zonnevelden en windenergie in het landelijk gebied met dubbelgebruik. Het dubbelgebruik kan bestaan uit agri-pv (gecombineerd gebruik landbouw – energie), recreatie, bevordering van de biodiversiteit of waterberging. Waar dat kan wordt zonne-energie toegepast in het bestaande bebouwde gebied, en waar het nodig is wordt het buitengebied ingezet. Volgens het geldende beleid zijn zonnevelden onder de juiste voorwaarden mogelijk. Zonnevelden mogen niet ten koste gaan van de omslag naar duurzame landbouw.

  • Er is ruimte voor verschillende vormen van duurzame landbouw, zoals natuurinclusieve landbouw en kringlooplandbouw, maar niet voor teelten die veel water en/of chemische gewasbestrijdingsmiddelen nodig hebben. Dit betekent dat de landbouw zich aanpast op beschikbaar (grond)water, energie en grondstoffen zonder deze uit te putten. Ook worden er niet of nauwelijks kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruikt. De landbouw draagt bij aan de biodiversiteit. De producten worden zo dicht mogelijk bij de consument geteeld, verwerkt en verkocht.

  • In 2040 is er minder restafval per inwoner en gebruiken we hernieuwbare grondstoffen bij de inkoop en uitvoering van bouwprojecten. Bij het bedrijventerrein GreenTech Park Brabant worden voorwaarden gesteld aan toekomstige bedrijven om de circulaire economie te bevorderen. Doordat er gebruik gemaakt wordt van lokale kringloopinitiatieven en steeds meer producten worden gedeeld, worden er minder nieuwe spullen gebruikt. Iedereen kan meedoen met de circulaire economie, thuis of via mogelijkheden in de wijk. We helpen inwoners en ondernemers hierbij door middel van goede voorlichting.